De Antwerpse oorlog tegen drugs

Geschreven op 29 mei 2017

drug peace

In Antwerpen woedt de oorlog tegen drugs volop. Er is de bijna open oorlog tussen drugbendes en -handelaars onderling, met vuurwapens en brandaanslagen. Ook het stadsbestuur zelf rolt de troepen uit en zet alles in op repressie, vooral in de armere volkswijken. Op zoek naar jongeren die in de lokale theehuis wat wiet kopen of naar de dealer op de straathoek. Justice à la tête du client. Want wat elders mag, is in sommige Antwerpse wijken verboden.
Het gerecht volgt gedwee met de vervolging van de vzw Trekt uw Plant als meest recente voorbeeld. Die vzw kweekt al sinds 2006 cannabis voor haar leden en doet dat binnen de ministeriële richtlijnen die in 2003 en 2005 werden uitgevaardigd. Daarbij werd aan het bezit van 3 gram cannabis of één plant de laagste prioriteit gegeven. Dat betekende een de facto gedoogbeleid. Trekt uw Plant hield zich aan die richtlijn, zonder winstoogmerk, met open boekhouding en had tweemaal per jaar overleg met het Kabinet van de Burgemeester waarin de details besproken werden. De bestuursleden werden dus logischerwijze al twee keer vrijgesproken van de beschuldiging van productie en handel in drugs, witwaspraktijken en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Dat beleid werd onder impuls van Bart De Wever teruggedraaid. Begin mei kregen 18 leden van de vzw opnieuw een huiszoeking, er werd beslag gelegd op computers en de bankrekening en van drie leden van het bestuur werd de aanhouding door de Raadkamer bevestigd. Een van hen zit nog steeds vast.
Maandag 29 mei is er in de gemeenteraad een interpellatie van Groen en PVDA met indringende vragen over het beleid. Want N-VA trekt sinds ze in de havenstad het bestuur bepaalt, onverholen de kaart van repressie en wil dat beleid ook naar de rest van Vlaanderen uitbreiden. Nog vorig jaar publiceerde de partij daarover een brochure waarin arts en N-VA algemeen-secretaris Louis Ide zich afvroeg ‘welk signaal geven we als maatschappij, als je straks in de openbare snuifshop terecht kan voor je dagelijkse dosis cannabis of ecstacy?’ Daarmee illustreert hij echter vooral dat hijzelf en de partij bijzonder slecht geïnformeerd zijn want zelfs een kind van 12 weet dat je cannabis of ecstacy niet snuift en van een snuifshop heeft in het milieu nog nooit iemand gehoord.

Evaluatie

Een beleid moet gebaseerd zijn op feiten, gefundeerd op wetenschappelijke inzichten en meetbare doelstellingen. Het moet systematisch geëvalueerd worden en indien het de doelstellingen niet bereikt, permanent bijgestuurd. Beleid kan en mag niet vertrekken vanuit dogma’s aangezien een dergelijk beleid de samenleving en de burgers schade berokkent.
In het geval van de oorlog tegen drugs zijn de doelstellingen het verminderen van de productie, het intomen van de handel en het ontmoedigen van druggebruik. Die oorlog werd gelanceerd begin jaren zeventig en bestond in hoofdzaak uit de criminalisering van gebruik, het met militaire middelen bestrijden van de productie en handel. De sleutelwoorden van het beleid waren volgens de initiatiefnemer president Nixon ‘uitroeien, verbieden en opsluiten’.
Dat daar nog een ander doel achter school, verklaarde John Erlichmann die van 1968 tot 1974 Nixon’s topadviseur was. In 1996 zei hij: ’Wij hadden in het Witte Huis twee grote vijanden: de linkse vredesbeweging en de zwarte bevolking. Protesteren tegen de oorlog of gewoon zwart zijn, konden we niet buiten de wet stellen. Maar door de hippies te associëren met marihuana en de zwarten met heroïne, en hen dan zwaar te criminaliseren, konden we hun gemeenschappen verstoren. We konden hun leiders arresteren, hun huizen binnenvallen, hun vergaderingen afbreken, en hen via de media dagelijks demoniseren.

Toename van productie, handel en consumptie

De Global Commission on Drug Policy heeft een halve eeuw oorlog tegen drugs geëvalueerd en stelt: ‘De mondiale oorlog tegen drugs is mislukt met vernietigende gevolgen voor individu en samenleving overal op de planeet. Fundamentele hervormingen in nationaal en globaal drugsbeleid en zijn dringend nodig.’ In die commissie zitten onder meer de voormalig Secretaris-Generaal van de VN, de voormalige presidenten van Brazilië, Zwitserland, Columbia, Polen, Chili, Nigeria, Portugal en Mexico en tal van voormalige regeringsleiders, eerste ministers en zakenmensen, Nobelprijswinnaars en wetenschappers. Hoe zeer ze onderling ook van elkaar verschillen, ze zijn het over een zaak eens: de oorlog tegen drugs faalt en een ander beleid is noodzakelijk.
Dat die oorlog faalt, kan je gewoon afmeten aan de doelstellingen zoals die een halve eeuw geleden werden vooropgesteld: de productie van allerhande drugs is niet afgenomen. In tegendeel. De productie van cocaïne heeft bijvoorbeeld in Columbia een hoogtepunt bereikt dat sinds twee decennia van VS-beleid van uitroeiing niet meer werd gezien. De teelt van de cocaplant is met 18% toegenomen sinds 2015 en is nu op het hoogste peil sinds 2006. ‘We hebben de cocavelden 20 jaar lang besproeid met bestrijdingsmiddelen,’ zegt Rafael Pardo, de woordvoerder van de Colombiaanse regering, ‘en we hebben nauwelijks resultaat geboekt.’
Hetzelfde geldt voor opium. De productie van opium in Afghanistan nam met 61% toe, aldus de VN. Volgens de Office on Drugs and Crime (UNODC) nam het gebied waar papaver wordt gekweekt, toe met 10%. Bovendien zorgden betere landbouwvoorwaarden voor een grotere oogst per hectare.
Dat we hetzelfde beeld zien met betrekking tot cannabis, spreekt voor zich. Landen als Uruguay hebben de productie en handel gelegaliseerd en in de VS deden verschillende staten hetzelfde. De productie nam dus enorm toe.
Handel en consumptie
Het spreekt voor zich dat behalve de productie ook de handel en de consumptie de afgelopen halve eeuw niet zijn afgenomen zoals bedoeld was. Het tegendeel is ook hier waar: er is een enorme toename. In de VS zei het ministerie van binnenlandse zaken eerder deze maand ‘er zijn verontrustende aanwijzingen dat het gebruik van cocaïne en de beschikbaarheid van cocaïne in de VS voor het eerst in tien jaar aan een opmars bezig zijn.’ Het is logisch dat ook het aantal sterfgevallen door overdosis toeneemt: vorig jaar was het hoogste sinds 2006. Het aantal jonge Amerikanen dat toegaf voor het eerst cocaïne te hebben gebruikt, steeg met 61% tussen 2013 en 2015 volgens het National Survey on Drug Use and Health. Hetzelfde beeld zien we wat betreft andere illegale drugs, zowel in de VS als elders.
Er is na 50 jaar repressief beleid geen andere conclusie mogelijk dan dat de oorlog tegen drugs een totale en faliekante onderneming is gebleken die niet een van de initiële doelstellingen heeft gerealiseerd.

Alternatief

Desondanks zet de N-VA die oorlog verder. In Antwerpen, maar als het aan hen ligt ook over heel Vlaanderen. Er is, zo zeggen de N-VA-mandatarissen, geen alternatief. Dat is niet alleen contraproductief, het is ook een leugen. Want alternatieven zijn er wel degelijk.
De oorlog tegen drugs is au fond het principe van de prohibition: het idee dat schadelijk geacht gedrag zal verdwijnen als het verboden wordt. Daar tegenover staat het alternatief, de notie van harmreduction. Dat is de visie dat de overheid een beleid moet voeren dat mogelijk schadelijke gevolgen van risicogedrag inperkt, zowel voor de gebruiker, voor zijn naaste omgeving als voor de samenleving in haar geheel. Zoals we bijvoorbeeld doen voor tabak en alcohol. Men reguleert de productie, legt beperkingen op qua leeftijd en locaties waar het gebruik verboden is – zoals alcohol in het verkeer of tabak op café – en men int belastingen. Verder voorziet de overheid preventiecampagnes die de schadelijke gevolgen onderlijnen, het gebruik afremmen en zorgt ze voor opvang voor mensen met probleemgebruik of die willen stoppen.
Er zijn nogal wat landen waar men dat niet alleen voor tabak en alcohol maar ook voor andere drugs doet. En een dergelijk beleid blijkt veel efficiënter dan repressie.
Portugal
Binnen de Europese context is Portugal het meest duidelijke voorbeeld van een land dat van de prohibition is overgeschakeld naar harmreduction. En aangezien dat al in 2001 gebeurde, kunnen we vandaag de resultaten objectief meten.
Het land kampte in de jaren negentig met een bijzonder ernstig drugprobleem. Het telde toen meer dan 100.000 harddrug verslaafden, de besmetting met HIV en andere ziektes nam epidemische proporties aan, drugsgerelateerde criminaliteit was een plaag en dakloze en zieke probleemgebruikers ontsierden de straten van Lissabon, Porto en andere steden.
In 2001 veranderde Portugal het geweer van schouder en decriminaliseerde alle bezit van drugs voor eigen gebruik. Wie vandaag betrapt wordt met een gebruikershoeveelheid voor een periode van tien dagen (van eender welke drugs), wordt niet meer vervolgd maar doorverwezen naar hulpverlening en gesuggereerd een traject te volgen en zich terdege te informeren.
De resultaten zijn fenomenaal. Het aantal HIV-besmettingen is systematisch gedaald van 1.016 gevallen in 2001 tot nauwelijks 56 in 2012. Doden door overdosis gingen van 80 in het jaar van de decriminalisering naar 16 in 2012. Het aan druggebruik gerelateerde dodental in Portugal bedraagt vandaag 3 per miljoen inwoners. Dat is meer dan vijf maal lager dan het Europees gemiddelde van 17,3.
Het beleid van decriminalisering zorgt dus voor een betere situatie van de druggebruikers en hun omgeving zelf. Natuurlijk: het bespaart de overheid een massa geld dat voorheen aan repressie, politie en het juridisch apparaat werd besteed.
Vraag is of het ook een invloed heeft op het aantal druggebruikers. Dat is zo: het aantal druggebruikers ebde de afgelopen 17 jaar weg en ligt nu onder het Europees gemiddelde. Het aantal heroïnegebruikers is gehalveerd en een groot deel ervan krijgt substituutbehandeling en gebruikt dus niet langer heroïne. Ook het aantal nieuwe en jonge druggebruikers daalt meetbaar en vooral dat is een bijzonder interessant fenomeen.
Want uit diverse voorbeelden en studies blijkt dat een humaan beleid, gericht is op harmreduction, niet alleen de situatie van druggebruikers en hun omgeving verbetert, maar er bovendien voor zorgt dat minder mensen drugs gebruiken.
Nederland vs Frankrijk
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de onderzoeken van het Centrum voor Drugonderzoek van de Universiteit van Amsterdam (CEDRO). Daar bestudeerde men decennia lang allerlei vormen van druggebruik en de prevalentie. Uit diverse vergelijkende studies blijkt dat in Nederland per hoofd van de bevolking minder mensen cannabis gebruiken dan in Frankrijk waar een erg repressief beleid wordt gevoerd. Niet alleen zijn er in Nederland minder gebruikers, ze beginnen ook op latere leeftijd dan in Frankrijk, gebruiken kleinere hoeveelheden en gebruiken het minder frequent. Alles wijst er dus op dat het Nederlands beleid voor minder cannabisgebruik zorgt dan het Franse beleid.
Daarover zegt het Centrum voor Drugonderzoek dat je kan ‘concluderen dat er in Frankrijk meer cannabis wordt gebruikt dan in Nederland. Het gaat dan niet zozeer om het ooit-gebruik (lifetime prevalentie), maar meer om de mensen (jongeren) die blijven gebruiken en dan vooral de mate waarin. Extreem cannabisgebruik zoals onder bepaalde jongeren, ondermeer in de cités van de voorsteden, bestaat in Nederland eigenlijk niet. De cijfers die uit de urinetests van het Franse Ministerie van Defensie naar voren komen, spreken wat dat betreft boekdelen. Van de goedgekeurde dienstplichtigen zou zo’n 13% tot 15% de laatste anderhalve week cannabis hebben gebruikt. Dergelijke cijfers zijn in Nederland onvoorstelbaar’.
Dezelfde situatie doet zich overigens ook voor wat betreft andere drugs en probleemgebruik of verslaving. Zo ligt het aantal heroïneverslaafden in Frankrijk tussen de 150.000 en 300.000. Precieze cijfers zijn niet voorhanden, juist omwille van de illegaliteit, maar deze schatting wordt aangehouden door de Délégation Générale à la Lutte contre la Drogue et la Toxicomanie (DGLDT), de interdepartementale organisatie die het drugsbeleid coördineert. In Nederland telt men 25.000 problematische heroïnegebruikers of heroïneverslaafden. Als je de aantallen gebruikers afzet tegen de totale bevolking van de twee landen, zie je dat Frankrijk verhoudingsgewijs veel meer verslaafden telt.
Het is wellicht een van de redenen waarom nu ook Frankrijk heeft beslist alvast cannabis te decriminaliseren. Dat stelde Gerard Colomb, Frans Minister van Binnenlandse Zaken vorige week tijdens een interview op BFMTV. Vanaf september zal er niet meer juridisch opgetreden worden tegen mensen die betrapt worden met cannabis.
• Verenigde Staten
Vandaag zijn er ook vergelijkingen mogelijk tussen staten waar voorheen een bijzonder strenge repressie gold en die vandaag aan liberaal beleid voeren. Vooral dankzij de golf van legaliseringen in de VS, het land waar de oorlog tegen drugs gestart is. Daar legaliseerden de staten Alaska, California, Oregon, Massachusetts, Maine, Nevada, Washington en Colorado bet bezit, de handel en het gebruik van cannabis. In 12 andere staten is cannabis er vandaag legaal voor medisch gebruik en in 4 staten is het gedecriminaliseerd. Dat is natuurlijk bijzonder opmerkelijk omdat er tot voor kort in de VS bijzonder strenge straffen werden uitgesproken tegen cannabisgebruikers. Die liepen vaak in de tientallen jaren effectieve gevangenisstraf, wat onder meer verklaart hoe het aantal gevangenen in The Land of the Free kon oplopen van 250.000 eind jaren zeventig tot bijna 3 miljoen vandaag. Daarmee tellen de VS het hoogste aantal gevangenen per hoofd van de bevolking ter wereld. Veel meer dan menig dictatuur.
Voor de meeste staten zijn nog weinig betrouwbare gegevens beschikbaar omdat de legalisering recent gebeurde. Maar men stelt in geen enkele staat een meetbare stijging van het aantal gebruikers vast.
Colorado en Washington bieden de meest relevante gegevens. Daar dateert de legalisering namelijk al van 2012. Een uitgebreide studie van het CATO-Instituut zegt: ‘Onze conclusie is dat de legalisering van cannabis een minimaal effect heeft op het gebruik. Het uitblijven van significante, negatieve effecten is opmerkelijk, gezien de vaak schrijnende voorspellingen van de tegenstanders van legalisatie.’
Waar men wel een verschil meet, is bijvoorbeeld in de spoedafdeling van ziekenhuizen (ER), zo zegt Mike Van Dyke, hoofd van de Environmental Epidemiology, Occupational Health and Toxicology afdeling van de staat Colorado. Men stelt een daling vast van het aantal oproepen en bezoeken aan de ER en dat komt volgens Van Dyke omdat ‘het publiek beter de boodschap met betrekking tot cannabis begrijpt. Misschien niet door onze tussenkomst, maar veeleer door eigen ervaring.’
De man is hoofd van een 14 leden tellend comité dat in opdracht van de overheid de gevolgen van de legalisering op de bevolking monitort. Hij legt de nadruk op het evidence based beleid dat de staat Colorado wenst te voeren. Opmerkelijk, zo zegt hij, is dat ‘we geen enkel statistisch significante stijging in het gebruik vaststellen. Bijvoorbeeld bij high school studenten, lag het aantal gebruikers voor de legalisering rond 20 procent, vandaag is dat ongeveer 21 procent.’ Uit het onderzoek blijkt verder geen stijging van het aantal gebruikers tussen 2014 en vandaag, al ligt het aantal mensen dat toegeeft cannabis te gebruiken hoger dan het nationaal gemiddelde. Een onderzoek van de Colorado Department of Public Health and Environment toonde verder aan dat het aantal studenten dat cannabis gebruikt, licht daalt sinds de legalisering. Waar het aantal in 2015 op 21,2% lag, was dat in 2011 nog 22%. Het huidige nationaal gemiddelde voor die leeftijdscategorie ligt iets hoger dan in Colorado, met name op 21,7%.
De statistieken tonen dus aan dat het legaliseren van cannabis voor volwassenen alvast niet leidt tot een meer gebruik bij jongeren. Ook een onderzoek door de National Survey of Drug Use and Health, Substance abuse and Mental Services Administration, schrijft in haar meest recente rapport dat de beschikbare data geen dramatische veranderingen in gebruik aantonen. Men zag een lichte stijging voor 2009 (dus voor de legalisering) en die trend heeft zich verder gezet, zij het op kleinere schaal.
Het argument dat decriminalisering tot een ware drugplaag zal leiden, wordt dus formeel tegengesproken. Er is noch in de VS, noch in Portugal noch in Nederland een relevante stijging van het aantal gebruikers meetbaar. Het tegendeel is waar: het aantal druggebruikers neemt af en vooral bij minderjarigen meet men een vermindering. Precies omdat er nu een wettelijke leeftijdlimiet is en die ook gecontroleerd kan worden.

Tegen de criminaliteit

Er is nog een opmerkelijk gevolg van de legalisatie van cannabis in de VS, met name aan de grens met Mexico. De oorlog tegen drugs heeft in dat land een bijzonder hoge tol geëist. Sinds voormalig Mexicaans president Felipe Calderon in 2006 een militair antwoord op de groeiende macht van de kartels afkondigde, vielen er 85.000 doden in geweldexplosies tussen de regering en de kartels enerzijds maar evengoed in geweld tussen de kartels onderling en tussen de drugbaronnen en de bevolking. Het trieste hoogtepunt was 2011 – net voor de legalisatiegolf in de VS – toen er 23.000 mensen het leven lieten. Dat aantal daalde vorig jaar tot 15.000.
Cannabis is natuurlijk een big deal voor Mexico. De Amerikaanse Drug Enforcement Agency schat de totale economie voor illegale drugs in de VS op zo’n 100 miljard dollar. 40% daarvan betreft cannabis. De repressie en de systematische vernietiging van oogsten en voorraden, hebben die markt niet verkleind. Wel werd de prijs opgedreven tot goed 90$ per kilo cannabis. Er werd dus enorm veel geld verdiend en de kartels bouwden er hun macht, impact en bewapening op.
Maar daar brengt de legalisatie dus een kentering teweeg. In 2009 nam de U.S. Border Patrol nog 1,8 miljoen kilo in beslag. Na de legalisatie voor medisch gebruik en de daaraan gekoppelde legalisatie van de kweek in de VS zelf, daalde dat tot nauwelijks 1 miljoen kilo in 2011. Vorig jaar was het nog 800.000 kilo. Het Mexicaanse leger stelde een nog scherpere daling vast: een daling van 32% tussen 2013 en 2014.
Analisten zijn nogal altijd bezig met onderzoek naar de lange-termijn effecten van de legalisering op de Mexicaanse kartels, hun financiën en geweld. De legale industrie is zowat de snelst groeiende economische sector in de VS en kende in 2014 een groei van 74% tot 2,7 miljard dollar. Men voorspelt voor dit jaar een groei tot 4 miljard dollar.
Alles wijst er op dat legalisatie een zeer grote invloed heeft op de winstmarge en dus de macht van de Mexicaanse kartels. Een Mexicaanse kweker vertelde nieuwszender NPR: ‘Vroeger kregen we 90$ per kilo. Vandaag betalen ze ons nog nauwelijks 30$. Een groot verschil. Als de VS blijven verdergaan met legaliseren, dan drijven ze ons in de afgrond.’
De aanvankelijk exorbitante prijzen voor cannabis hadden een veel grotere impact dan veel mensen denken. Niet alleen zorgden ze ervoor dat Mexicaanse drugkartels werden aangemoedigd in hun illegale en brutale nijverheid. De prijzen bemoeilijkten ook de pogingen van de Mexicaanse overheid om hun burgers aan te zetten tot het bouwen van een lokale economie gebaseerd op legale oogsten. Aangezien de hoge prijzen dermate aantrekkelijk waren, werden veel boeren verleid en kwamen dus in de macht van de kartels terecht. De kweek van cannabis zorgde op die manier voor 20 à 30% van de inkomsten van de kartels. De dalende prijzen en de dalende export betekenen vandaag natuurlijk minder cash en dus minder wapens, minder mogelijkheden om politie om te kopen, en minder om moordenaars te betalen.
Ook Mexico overweegt vandaag om gelijkaardige wetten als die in de VS aan te nemen. Men wil nu ook daar cannabis legaliseren wat de genadeslag zou toebrengen aan de kartels die hun vraag en winsten zouden zien verdwijnen als sneeuw voor de zon. Men ziet in legalisering het belangrijkste wapen tegen drugkartels, de maffia en de ondermijning van de staat en de samenleving en wil daarom een einde aan de oorlog tegen drugs.

N-VA

Tegen al deze feiten en logica in, kwam de N-VA in 2016 met een brochure en de stelling ‘Alle illegale drugs zijn per definitie slecht en worden daarom niet getolereerd.’ Deze stelling is om te beginnen absurd en fout, want niet alle illegale drugs zijn per definitie slecht. Cannabis kent tal van medische toepassingen en waar daar tot voor enkele jaren nog smalend over gedaan werd, is het wetenschappelijk onderzoek inmiddels sluitend en eensluidend. Dat blijkt onder meer uit de publicaties van de American Medical Association, de American Cancer Society, The Lancet, Scientific American en tal van andere gerenommeerde internationale instellingen, onderzoekscentra en universiteiten. Het gerenommeerde National Geographic schreef onlangs: ‘De wetenschap ontdekt steeds weer nieuwe toepassingen voor deze wonderlijk veelzijdige plant. Hoewel marihuana officieel nog altijd tot de harddrugs wordt gerekend, vertelde Surgeon General Vivek Murthy, het hoofd van de Amerikaanse gezondheidszorg, onlangs het onderzoek naar marihuana met belangstelling te volgen, aangezien de plant heilzaam lijkt te zijn bij bepaalde kwalen en symptomen’.
Cannabis of bestanddelen ervan, blijken werkzaam tegen stress, pijn, slapeloosheid en gebrek aan eetlust. Een joint helpt bij misselijkheid, luchtwegvernauwing en ontstekingen. Andere endocannabinoïden blijken betrokken bij specifieke neurologische functies, ongeveer op dezelfde manier als endorfines, serotonine en dopamine. Deze stoffen spelen een belangrijke rol in hersenfuncties als geheugen, evenwicht, beweging, een gezond immuunsysteem en neuroprotectie. Ook in eigen land gaan steeds meer wetenschappelijke stemmen op die dezelfde conclusie onderschrijven. Professor toxicologie Jan Tytgat van de KUL die samen met Prof Paul De Grauwe en Prof. Tom de Corte een pleidooi hield voor de legalisering van cannabis. Er zijn verder de talloze getuigenissen, vaak met beeld, van patiënten uit eigen land maar ook elders die aantonen hoe efficiënt cannabis(olie) werkt.
Ook andere illegale drugs kennen interessante therapeutische toepassingen. LSD en MDMA bijvoorbeeld.
Verder is er natuurlijk geen enkel verband tussen de impact van een drug op de gezondheid en de vraag of ze legaal zijn of niet. Vaak is het omgekeerde waar: drugs zijn niet verboden omdat ze gevaarlijk zijn. Ze zijn gevaarlijk omdat ze verboden zijn.

Oorlog tegen drugs in Apenstad

Een halve eeuw oorlog tegen drugs heeft aangetoond dat die oorlog niet alleen geen enkele van de doelstellingen heeft gerealiseerd, maar de situatie alleen maar heeft verergerd. Dat N-VA die verloren en contraproductieve oorlog wenst verder te zetten, heeft dus niets te maken met de doelstellingen, met redelijke argumenten, met onomstotelijke feiten, maar met dogmatiek. Als de grootste tegenstanders van de legalisering van cannabis zoals de VS, Frankrijk en Mexico vandaag hun failliet erkennen en het geweer van schouder veranderen, waarom is N-VA daar ondanks alle bewijzen niet toe in staat?
Antwerpen is vandaag – zo blijkt uit de recente gegevens van de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction – niet alleen de stad die haar oorlog tegen drugs wil uitbreiden naar heel Vlaanderen, maar bovendien ook de ‘cocaïne capital of Europe‘. In geen enkele andere Europese stad wordt namelijk meer cocaïne, amfetamine en ecstasy genomen dan hier, zo blijkt uit analyse van afvalwater. Volgens de Vlaamse Vereniging Behandelingscentra Verslavingszorg (VVBV) zochten meer gebruikers van stimulerende drugs zoals cocaïne en amfetamines hulp. In 2015 zijn zij de grootste groep in de verslavingszorg geworden. In vijf jaar tijd is het aantal cocaïneverslaafden dat een behandeling heeft opgestart bijna verdubbeld.
En zoals de oorlog van de Mexicaanse drugkartels het gevolg is van een nefast en contraproductief beleid, zo is ook de drugsoorlog in de Antwerpse binnenstad dat.

Als dat het resultaat is van je visie en beleid, lijkt het gepast om daar toch even kritisch bij stil te staan en vijf minuten politieke moed op te brengen.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s