Mandela zou het zo gewild hebben

Geschreven op 12 juli 2017

mandelageweld: of/of of en/en

Mijn notitie ‘See the violence inherent in the system’ lokte her en der reactie en discussie uit. Goeie zaak, dat was de bedoeling. Sommige mensen stelden me een hoop vragen. Die van Robrecht Vanderbeeken vatten verschillende invalshoeken samen. Daarom heb ik ze uitgebreid beantwoord.

Hij schrijft:

“Dag Peter, een boeiende mindfuck, deze tekst, met veel sterke punten (zoals over nihilisme en de relatie tot de media) maar ik mis hier een aantal zaken.
Er zijn veel voorbeelden te geven van protest waarvoor organisaties veel mobilisatie-inspanningen pleegden die dan door autonomen doorkruist worden omdat ze in weerwil van de hele opzet snel even een andere actievorm komen toevoegen: stenen, brandbomen, beschadigingen. Dat is laf: organiseer dan je eigen acties en kon niet pas uit je luie stoel zodra er ergens iets te rebelleren valt. Je kan je zo ook wegsteken in de anonimiteit en de organisatoren de verantwoordelijkheid doorschuiven. Uiteraard is het zo dat dit soort geweld veel mensen wegjaagt. Een betoging heeft pas impact als je massa genereert, geweld werkt dan contraproductief. Ik vind het doorgaans ook egoïstisch: enkelen die zichzelf willen bevestigend zien als de ware revolutionair (en dikwijls gewoon een excuus willen om eens de beer uit te laten). Gevolg: de overheid heeft een pretext om bijv. het stakingsrecht af te bouwen, de vakbonden of andere beweging als terroristen weg te zetten. Zeker als er doden vallen.
Je roept eigenlijk kritiekloos op voor geweld ‘tegen het systeem’. Zelf ben je slim genoeg om op tijd de kat uit de boom te kijken, maar het zijn anderen die zich dan voluit laten gaan, opgepakt worden, veroordeeld… is dat dan de manier om mensen te politiseren? Als je geweld als actievorm wilt, durf het dan ook zelf organiseren en gericht aan te pakken: banken, panama-rijkaards, industriële sites. Dan is het voor een breed publiek ook duidelijk wat je object van woede is. Ook al is ‘een brandende auto’ in de straat een veelzeggend symbool, je treft er wel particulieren mee. Winkels inslaan of macdo’s in brand steken, daarmee kom je ook niet verder dan een uiting van geweld tegen consumentisme. Is dat de elite aanpakken? Bovendien doe je aan symptoombestrijding (bijv. als je consumentisme weg wil, dan ga je dat niet oplossen door winkels aan te vallen). Nog een probleem is dat chaotisch geweld ook binnen de kortste keren door de elites gebruikt kan worden om een linkse mobilisatie te neutraliseren. Kijk naar wat er in Venezuela gebeurt, false flag, angst zaaien e.a.
Wat ik wel behoorlijk arrogant vind is dat je zelf even gaat bepalen wat verzet is, al de rest is dan ‘protest’. Is passief verzet dan geen verzet? Rosa Parks? Was de Women’s March geen daad van verzet? Waarom zou verzet pas beginnen als er stenen gegooid worden? Ik blijf het een psychologische aangelegenheid vinden: eerder dan om verzet gaat het om willen provoceren. Een fascinatie voor geweld als acting-out voor de frustratie dat jaren activisme niet meteen de grote omwenteling veroorzaakt. Je leest dit ook in al de reacties: ‘we zijn het moe om op betogingen van Brussel Noord naar Brussel Zuid te lopen’, acties zijn pas ‘radicaal’ als je geweld gebruikt, dat zou ontbreken. Hart Boven hard zijn softies, ook al breng ze een scherpe boodschap en proberen ze op een andere manier te mobiliseren en mensen samen te brengen die voordien nooit kwamen betogen. Het zijn kortom ‘de anderen’ die nu plots de revolutie verraden en ‘wij’ zijn de echte revolutionairen. Dat is ‘onze’ identiteit die ‘wij’ bevestigd willen zien door eens aan te geven op FB hoe wij over geweld denken en wat wij durven. Dikwijls heel creatief allemaal. Maar wat schiet je daarmee op, buiten het eigen ego strelen? Ik zie het echt niet, enlight me. Ik zal wel een burgertrut zijn.

Mijn repliek:

Ik ken in ons land niet zoveel voorbeelden van protest waarvoor organisaties veel mobilisatie-inspanningen pleegden die dan door autonomen doorkruist worden omdat ze in weerwil van de hele opzet snel even een andere actievorm komen toevoegen. Je hebt natuurlijk de recente vakbondsbetogingen in ons land. Maar daar ging het veeleer om delen van de vakbond zelf die op het einde van de betoging – bijna traditiegetrouw en sommigen met een stevig stuk in hun voeten – de confrontatie met de politie aangingen.
Ik noem het ‘traditiegetrouw’ omdat we allemaal weten dat bij dergelijke massabetogingen de politie zich in gevechtstenue en met waterkanonnen opstelt aan de Hallepoort aan het Zuid-Station en dat ‘heethoofden’ in die open val trappen en de politie te lijf gaan of daar pogingen toe ondernemen. De cameraploegen staan er ook braafjes te wachten tot het zover is. Als je de beelden bekijkt, zie je dat het gros van die ‘amokmakers’ geen mensen van een black bloc zijn en dat ze vaak niet eens hun gezicht bedekken. Denken we maar aan de onfortuinlijke Tanguy die commissaris Vandersmissen een stevige klap toebracht. Veel van de betrokkenen lopen daar met hun rode (en in mindere mate groene) vakbondsjasjes en improviseren ter plekke. Voor zover ik dat soort relletjes kan inschatten, staat dat tamelijk veraf van wat je suggereert. Het gaat daarbij zelden om meer dan 50 à 100 man, bij gelegenheid aangevuld met dronken Antwerpse havenarbeiders als ze er zin in hebben.
Soms mengen zich daar ook wel eens autonomen of anarchisten tussen die eveneens de politie aanvallen. Maar we kennen in ons land het fenomeen van een black bloc niet echt. We zijn daarvoor als land te klein, denk ik. Tenzij je een groepje van 30 in het zwart geklede anarchisten en jongeren – die wellicht stuk voor stuk bij de politie bekend zijn – als black bloc zou omschrijven. Het is hen teveel eer aandoen, lijkt mij. Overigens zijn die ook zelden echt voorbereid in die zin dat ze katapulten, stenen, laat staan molotovs bij hebben.
Ik herinner me een grote vakbondsbetoging waarbij de politie halverwege tussenkwam om een groepje van een dertigtal anarchisten (met vlaggen en spandoeken in plaats van stenen en molotovs) uit de betoging te halen, zoals vermeld in mijn tekst. Dat gebeurde dan met goedkeuring en in samenwerking met de ordedienst van de vakbond zelf. Mij leek dat een beetje schandelijk omdat die anarchisten niets onwettelijk deden, behalve dan hun sjaal wat te hoog boven hun neus trekken.
Kort samengevat: fenomenen waarbij honderden, laat staan duizenden autonomen een actie kapen, zijn me in België onbekend. De betoging tegen de EU-top in 2001 in Gent verliep erg rustig, de blokkades rond het Europees Parlement door D1920 eveneens. De meeste vakbondsbetogingen ook, op wat tumult aan het einde na. Je corrigeert me als ik dergelijke taferelen over het hoofd zie. Ik ken ze eigenlijk alleen vanuit het buitenland en dan vooral Genua, Seattle, Hamburg en nog wat grote steden.
Wat betreft ‘organiseer dan je eigen acties’, is het natuurlijk zo dat bij de acties in Genua, Seattle, Hamburg en andere grote topontmoetingen waar hevige schermutselingen waren, de autonomen of de radicalere fracties van de antiglobalisten ook effectief hun eigen acties organiseerden. Dat was ook in Hamburg het geval. Je had niet één actie die uit de hand is gelopen, je had tientallen acties die door verschillende affinity groups werden georganiseerd. Zo was er de massabetoging, een kleinere, radicalere betoging aan de vooravond, er was een actie met zombies, er was de blokkade van de haven, er waren kampen en tientallen andere grote en kleinere acties. Dat is een beetje mijn punt: bij dergelijke ontmoetingen die dagen duren, worden allerlei acties georganiseerd, waarbij bij wijze van spreken iedereen zijn gading vindt. Wil je met je kind op je schouders en djembé spelend komen, dan kies je een massabetoging of een festivalachtige activiteit. Ben je van plan door te dringen tot het gebied waar de top doorgaat, dan laat je je kind en djembé thuis. Probeer je de toegangswegen te blokkeren, dan bereid je je voor op waterkanonnen en traangas, blauwe plekken en een arrestatie. En vind je dat je een kat-en-muisspel moet spelen met de politie, dan bereid je je daar op voor.
Een succesvolle beweging bestaat niet louter uit een petitie-actie of het creëren van eigen media of een massabetoging of een ludieke actie of een radicale blokkade. Die bestaat doorgaans – en dat merk je doorheen de geschiedenis – uit zeer vele tactieken en gevarieerde vormen van acties. Het is de combinatie van dat geheel dat een beweging tot een succes maakt. Het gebruik van fysieke kracht of de macht van een massa, het organiseren van provocatieve acties en het occasioneel gebruik van geweld staan niet buiten die brede beweging, ze zijn er een facet van. En doorgaans – zo is mijn inschatting – worden dat soort hardere acties ook georganiseerd door affiniteitsgroepen die weten wat ze willen. Zo was het ook in Hamburg (los van het feit dat de politie – waarvan er al 300 op de vooravond dienden teruggestuurd omdat ze dronken feestjes organiseerden – van bij aanvang bijzonder repressief is opgetreden en toegestane kampen met geweld heeft ontruimd en een toegestane betoging heeft gestopt en uit elkaar gejaagd).
Samengevat: doorgaans gaat het dus om apart georganiseerde acties die vaak plaatsvinden op een andere plek of een ander tijdstip en een ander tactisch doel hebben dan met vrolijke kleuren en ontwapenend drie uur door een binnenstad marcheren met je kinderen en oudjes bij de hand. Dat soort scherpere acties staan doorgaans los van massabetogingen, zoals ook in Hamburg het geval was.
Wat betreft de pretext die de overheid zoekt om het stakingsrecht af te bouwen of vakbonden of andere organisaties als terroristen weg te zetten: heb jij waarlijk de indruk dat de regeringen dezer dagen feiten nodig hebben om onze rechten en vrijheden te beknotten? Of zoeken ze excuses waar ze die kunnen vinden? Het is mijn indruk dat zowat alle landen de laatste jaren een bijzonder repressief beleid voeren wat betogingen betreft (waar Vandersmissen in ons land het boegbeeld van is) en waarbij dermate agressief en offensief wordt tussengekomen, dat een betoging ook ontaardt in geweld als daar geen enkele aanleiding toe is.
In Frankrijk is de noodtoestand bijna twee jaar van kracht en die wordt wellicht verankerd in de grondwet. In een nieuw rapport van Amnesty International staat duidelijk te lezen dat Frankrijk de noodtoestand gebruikt om politiek activisme te bemoeilijken. Volgens cijfers van het Franse Ministerie van Binnenlandse Zaken werden tussen 14 november 2015 en 5 mei 2017 155 betogingen verboden. Het meest frappante voorbeeld daarvan is het betogingsverbod dat werd opgelegd in de marge van de klimaattop in december 2015. Naar aanleiding van die top waren massaprotesten gepland in Parijs, maar die moesten dus afgelast worden.
In Spanje werd in 2015 de ‘Ley Mordaza’ ingevoerd, de zogenaamde Wet voor Publieke Veiligheid die bijzonder stringent is voor de vrijheid van meningsuiting, organisatie en betoging. Hij werd ingevoerd ‘ter beveiliging van de burgers’ maar is zichtbaar gericht tegen volstrekt vreedzame acties zoals die van de Indignados die sinds de crisis van 2008 Spanje in de greep hadden. We zien gelijkaardige wetten, projecten en repressie in meer of mindere vorm in andere landen opduiken.
De staat heeft geen pretext nodig om dergelijke wetten door te drukken. Ze doen het ook wel zonder en vooral onder het mom van onze eigen veiligheid. Of we door hardere acties nu wel of geen aanleiding geven om de wetten te verstrengen, lijkt me dus geen argument, aangezien die wetten ook zo wel worden aangescherpt. Het is overigens een fenomeen dat zo oud is als de straat(protesten): om scherpere repressie te vermijden roept men op om minder radicaal te zijn, zoals Trotsky in Hun moraal en de onze illustreert.
Het fascisme komt er niet omdat we dat provoceren. Het komt er omdat het inherent is aan dit politiek en economisch systeem. We moeten ons derhalve niets gelegen laten aan wat de staat zou kunnen doen omdat we actie voeren. Wie zo denkt, blijft op het einde van het verhaal gewoon thuis om de staat of de pers maar niet te provoceren.
Ik roep niet kritiekloos op tot geweld; ik weiger mee te doen aan de kritiekloze en moralistische veroordeling van geweld. Dat is iets anders.
Ik ben geen voorstander van geweld in het algemeen en al helemaal niet van wat ‘zinloos geweld’ wordt genoemd. Ik ben geen voorstander van het in brand steken van auto’s van buurtbewoners, het inslaan van winkelruiten van kleine zelfstandigen, het plunderen van kleine winkels. Mij lijkt dat allemaal zinloos en contraproductief. Als het gaat over het vernielen van bankautomaten, bankkantoren, het plunderen van warenhuizen, het beschadigen van politievoertuigen, enz, denk ik daar iets genuanceerder over.
Maar wat geweld betreft, denk ik een beetje als von Clausewitz: je gebruikt geweld alleen met een haalbaar en afgebakend doel, via een overwogen strategie, op een tactische manier en alleen als je weet dat je je doel kan behalen. Als je weet dat je kan winnen dus. Anders moet je er niet aan beginnen, lijkt mij. Von Clausewitz had het natuurlijk over oorlogen, maar ik denk dat het voor elk gebruik van geweld geldt: geweld moet proportioneel zijn, het moet noodzakelijk zijn, beperkt en op voorhand overdacht zijn. Je moet het einde ervan kunnen zien voordat je eraan begint.
In die zin lijkt geweld me soms oorbaar: in gevallen van zelfverdediging, om een specifiek doel te treffen, om een bepaalde actie succesvol tot uitvoering te brengen. Als je bijvoorbeeld een politieblokkade wil doorbreken, als je wil dat de politie vertrekt, een wijk wil vrijmaken van politie of ervoor zorgen dat je ondanks een verbod toch kan manifesteren, kan geweld een noodzakelijk kwaad zijn. Maar het mag geen doel op zich zijn. Dat is niet alleen zinloos, het is nodeloos gevaarlijk. Ook voor jezelf.
Ik denk over geweld zoals over de media of regenweer: men kan er tegen zijn, maar het bestaat wel. Vraag is hoe je ermee omgaat. Onderga je geweld van de politie, mediageweld, de regen? Of bescherm je je ertegen door eigen media te lanceren en uit te bouwen, door een paraplu mee te nemen, door aan zelfverdediging te doen? En kan je preventief aan zelfverdediging doen?
Geweld is alomtegenwoordig. We hebben – deels tegen onze wil – het monopolie daarvan bij de staat gelegd. Maar de recente ontwikkelingen in Frankrijk, in Turkije, in Spanje doen toch de vraag rijzen of dat monopolie daar op zijn plaats is. Zolang de staat een democratie is met checks and balances, is dat misschien de betere optie. Maar wat als die wegvallen? Soms is geweld een noodzaak. Ik denk niet dat men de vernietigingskampen van Auschwitz, Treblinka of Majdanek zonder geweld had kunnen bevrijden. In die zin is geweld jenseits von Gut und Böse. Het is een middel waarmee je zowel het goede als het kwade kan doen. Men mag overigens niet vergeten: onze democratie is de dochter van straatgeweld. Onze democratie is er niet gekomen via verkiezingen. Die bestonden toen namelijk niet, er was geen enkelvoudig algemeen stemrecht. Dat laatste is het resultaat van jarenlange directe actie, petities, parlementaire tussenkomsten, gewelddadige betogingen, bezettingen, stakingen, sabotageacties, straatgeweld, en kostte zelfs dodelijke slachtoffers.
Los daarvan: als ik meen dat het gebruik van geweld aan de orde is, zal ik niet de kat uit de boom kijken zoals je suggereert. Je beschuldigt me daar bijna van lafheid en dat is onterecht. Zonder mezelf publiek van strafbare feiten te willen beschuldigen, kan ik zeggen dat ik de kastanjes ook op dat vlak niet door anderen uit het vuur laat halen. Ik werd bijvoorbeeld beschuldigd van gewapende rebellie naar aanleiding van een actie aan het concentratiekamp te Vottem. Wegens het verwonden van 29 rijkswachters, het vernielen van twee waterkanonnen, het beschadigen van gesloten centrum zelf en de diefstal van 250 bakstenen en 50 plavuizen stonden we met negen terecht. Dat is geen geheim, de vonnissen zijn openbaar en daar kan ik dus iets over zeggen. Die bakstenen en plavuizen hebben we bijvoorbeeld niet gestolen, hooguit verlegd. Het incident illustreert dat ik doe wat ik predik. Het was niet de eerste keer en het was niet de laatste, al zal je me vergeven als ik over de andere keren weinig details geef.
Wat betreft de differentiatie tussen protest en verzet wil ik niet arrogant zijn, maar duidelijk. Ik wil met andere woorden geen waardeoordeel vellen, wel een onderscheid maken. Want protest en verzet zijn twee verschillende zaken. De termen worden te vaak onterecht door elkaar gebruikt.
Mij lijkt protest vooral het uiten van een mening, binnen legale of legitieme krijtlijnen. Dat kan via petities, of een betoging of een pamflet of een website, affiche, of een actie of op talloze andere manieren. Soms is protest efficiënt en dus een goede zaak en ik vind het in zeer veel gevallen ook noodzakelijk. Ik doe het zelf ook met enige regelmaat. Ik ben er dus geenszins tegenstander van. Protest werkt mobiliserend en kan ook bijzonder machtig en efficiënt zijn. En het mag ook al eens vrolijk zijn. Ik hou wel van een grapje of straattheater. Maar men moet met dat ludieke ook niet overdrijven.
Verzet is gewoon iets anders: verzet betekent dat je buiten de krijtlijnen gaat. Dat je de geest of de letter van de wet overschrijdt, dat je inbreuken pleegt. Dat kan door een onaangekondigde betoging of een bezetting van een kruispunt of een kantoor van de RVA. Of door het kraken van een leegstaand gebouw, het gratis gebruik van het openbaar vervoer. Of zoals Rosa Parks: door je niet te houden aan de voorschriften op een bus hoewel je de verkeerde huidskleur hebt. Haar daad is duidelijk verzet. Zoals Gandhi dat pleegde in India bij zijn verboden betogingen. Verzet kan dus ook best geweldloos zijn. Het kan zelfs pacifistisch of het masochistische af. En het heeft niets te maken met het gooien van stenen, wel met transgressie van wat de staat of de politie of een andere machthebber je toestaat. En ook verzet kan ludiek en vrolijk en ontwapenend en hoeft niet noodzakelijk gewelddadig te zijn.
Overgaan van protest naar verzet heeft echter niets te maken met een psychologische aangelegenheid, zoals jij veronderstelt. Dat psychologiseren van mensen die we niet begrijpen of waar we het niet mee eens zijn, vind ik overigens erg schadelijk. Alsof iemand met een andere mening of praktijk automatisch en de facto een psychologisch probleem moet hebben. Ik zou ervoor pleiten dat achterwege te laten. Want het overgaan naar verzet kan ook een rationele analyse als grondslag kennen. Ik denk aan het ANC van Nelson Mandela dat initieel een vreedzame organisatie was die in hoofdzaak trachtte te organiseren en te protesteren. Pas toen duidelijk werd dat dat geen zoden aan de dijk zette, ging men over tot het gewapend verzet. Uit frustratie, inderdaad. Maar ik mag hopen dat men Nelson Mandela daarom geen psychologische aandoening toeschrijft. De vaststelling dat legitiem en legaal protest niet volstaat, is een rationele vaststelling. Daaruit concluderen dat men een andere strategie moet hanteren, is het tegendeel van wat Einstein waanzin noemde. Daarom vermeld ik hem ook in mijn stukje. Zijn definitie van waanzin is telkens hetzelfde proberen – zoals van Brussel-Noord naar Brussel-Zuid wandelen – en een andere uitkomst verhopen. Als dat wandelen niet volstaat, moeten we misschien iets anders overwegen. Een dergelijke gedachtegang lijkt me rationeel en niet getuigen van een psychische aandoening. Al ben ik op dat laatste gebied geen specialist.
Wat betreft je conclusie ‘Het zijn kortom ‘de anderen’ die nu plots de revolutie verraden en ‘wij’ zijn de echte revolutionairen’ ben niet ik degene die dat soort kunstmatig onderscheid wil maken. Ik denk dat juist Gie Goris wenst te bepalen welke soort acties legitiem en aanvaardbaar zijn en hij roept ook onverholen op om bepaalde activisten uit betogingen te zetten en te isoleren. Dat is wat me stoort aan zijn opinie, niet zijn visie op geweld. Met mijn pleidooi wil ik het tegendeel, namelijk – zoals ook woordvoerster Emily Laquer van G20 Not Welcome aangeeft – dat we begrijpen dat sociale bewegingen succesvol zijn als ze een breed gamma van tactieken en strategieën durven toelaten, testen, onderzoeken en ze aanvaarden als die functioneel blijken.
Zoals ik niet verwacht dat iedereen gehelmd en met een katapult naar een betoging trekt, moet men van autonomen niet eisen dat ze opvallend en vrolijk gekleed, herkenbaar en met grote gekleurde ballonnen staan te huppelen.
Mijn pleidooi is dus geenszins tegen Hart boven Hard (waaraan ik trouwens heb meegewerkt en dat ik systematisch heb gepromoot) of tegen de Women’s March (waaraan ik eveneens heb deelgenomen en dat ik evengoed heb gepromoot) of tegen massale vakbondsbetogingen waarin ik gedwee meeloop. Mijn pleidooi is er een voor inclusie waarbij we begrijpen dat mensen met een andere aanpak, een andere strategie en een andere tactiek wel tot dezelfde beweging behoren.
Als het doel is een andere samenleving te realiseren en komaf te maken met het beleid dat door de G20 wordt verpersoonlijkt, dan hebben we nood aan een erg complexe, langdurige, brede, gevarieerde beweging, met veel facetten en invalshoeken. We hebben nood aan een inclusieve beweging waarbij onze verschillen minder belangrijk zijn dan onze gemeenschappelijke doelstellingen en waarbij we een principiële eenheid vormen.

Als beweging zeggen ‘wij zijn niet voor geweld, maar we gaan het ook niet veroordelen’ lijkt me voor de machthebbers veel angstwekkender dan ons ervan te distantiëren. En misschien is het daarom de betere strategie.

Leave a comment